De pet van mijn vader

 

Van mijn vader heb ik nog een enkel ding.

Het ligt ergens in een kast.

Het is geen grote verzameling.

Je zult er niet door zijn verrast.

 

Het zijn foto’s, een horloge en een ring,

waarvan ik niet eens weet of ie past.

Ze zijn een dierbare herinnering.

Ze houden mijn gedachten vast.

 

Het meeste echter koester ik mijn vaders pet,

die zie je snel als je in de kamer bent.

Het was geen teken van gezag of wet,

maar nu wel een tastbaar monument

 

voor de tijd dat het elektrisch net

nog werd gelegd door iemand die zijn klanten kent.

Het was niet verstopt in een energiepakket,

uitgedacht door afstandelijk management.

 

Eén telefoontje, dat was genoeg,

Mijn pa en de mensen kenden elkaar.

Een proces dat ik meermalen gadesloeg

en wat ik nu als historie ervaar.

 

Niet dat hij zich nooit ergens om bekloeg,

maar hij kende zijn taken als ambtenaar.

Als er iemand om zijn diensten vroeg,

dan stond mijn vader voor je klaar.

Sportparkstraat

 

Hoe leeg een straat kan zijn,

Lijkt deze foto aan te geven.

Toch was dit het scharnierpunt van mijn leven.

Ik geef toe, mijn wereldje was nog maar klein.

 

Die ene auto die er reed

Maakte borden overbodig.

Een woonerf was niet nodig,

Omdat iedereen er rustig deed.

 

In de avond zaten we te kletsen en te stoeien

Op die kleine stenen muur.

Daar stalen we menig zomers uur

Om onbevangen samen op te groeien.

 

Dit stukje van de straat

Was ooit mijn eerste voetbalveld.

We speelden tot we waren uitgeteld.

Meestal was dat pas ’s avonds laat.

 

Dit was ons daag’lijks heiligdom

Waar we ons nooit verveelden.

Als we er verstoppertje speelden

Liepen we gewoon overal achterom.

 

Zo’n foto doet me toch weer deugd,

Al is het pure nostalgie.

Maar begrijp dat ik de waarde zie

Van dit straatje van mijn jeugd.

 

oktober 2018